Rondje Zuiderzeerand

Maandag 22 augustus 2011 worden Paul en ik door vrouwlief en kinderen afgezet bij Paviljoen Aan’t Wiede. Het is 9.45 uur. Geen wind en dichte mist. Na afscheid te hebben genomen, peddelen we de boten uit het botenhuis. Gelet op het ontbreken van de wind peddelen we richting Blauwe Hand. Met gestreken mast passeren we de brug en gaan het Beulakerwijde op.

 Mist op Belterwijde  (Mist op Belterwijde)

We worden ingehaald door een motorboot met een viertal O-jollen als sleep. Ook zij missen de wind. Deze dagen vindt het Nederlands Kampioenschappen O-jollen plaats op de Beulaker. Ook zij hopen op meer wind. Na een kilometer peddelen is het tijd voor een koffiepauze. We leggen de boten aan elkaar vast en drinken bij mij aan boord een kop koffie. Waterkoken op de meegebrachte brander geeft extra smaak aan de koffie.

                                                                                                                             

In tussentijd komt er wat wind. Niet veel maar voldoende om, na de koffiepauze, de zeilen te hijsen en op het zeil richting de Walengracht te gaan. Inmiddels brandt de zon heerlijk op de huid en is het volop zomer.

We zeilen rustig door de Walengracht, langs Jonen het Giethoornse Meer op.

  (Walengracht)

De wind is ZZO kracht 1. Nadat een paniekerige vrouw ons attent maakt op een, door ons al lang gesignaleerde, ankerlijn meren we af bij de Voornpolle. Het eilandje wordt weer hersteld. Nieuwe beschoeiing en opgespoten grond maken er weer één eiland van. In de loop der jaren was het eiland in tweeën gesplitst. Na een korte pauze gooien we de landvasten los en maken nog een extra rondje op het meer. De wind was aangetrokken tot zo´n windkracht 2 tot af en toe 3 en dat gaf ons even de mogelijkheid om scherp aan de wind te zeilen. Al kruisend varen we via Valsche Trog en het Noorderdiep de gracht van Blokzijl in. We meren af bij het voormalig recreatieterreintje aan de Rietvink in Blokzijl. De havenmeester int het liggeld (€ 11.75 voor 2 boten, incl. 1.75 toeristenbelasting). Blokzijl is nog mooier wanneer je zonder tijdsdruk door de straatjes naar de Kolk wandelt. In de Blokzijlersluis wordt op dat moment een gigantisch jacht geschut: Duke of Orange. Een prachtig motorjacht dat veel aandacht krijgt van omstanders. Het jacht meert af in de Kolk om water te tanken en de nacht door te brengen. Na een terrasje drinken we nog enkele Berenburgjes aan boord van de 4151. Beide boten hadden we al nachtklaar gemaakt dus rond 1.00 uur ging beide boottenten dicht. ’s Nachts heeft het behoorlijk geregend maar het lag heerlijk droog onder het zeil.

  

(Boot nachtklaar maken)

 (Vaste partner aan boord)

 

Dinsdag 23 augustus 2011. Wakker worden in Blokzijl. Het is om 8.00 uur droog, bewolkt en weinig wind. Paul haalt eieren bij de plaatselijke supermarkt. Na een stevig ontbijt maken we de boten klaar voor vertrek. We vullen de flessen met water om te koken en voor de koffie. De zeilen blijven nog in het want omdat we de sluis en kolk door moeten. We peddelen rustig naar de sluis, worden  geschut...

 (Sluis Blokzijl)

... en peddelen vervolgens via de Keersluis de Kolk uit. Direct na de Keersluis hijsen we de zeilen en zeilen via het Vollenhoverkanaal richting het Vollenhovermeer. Ongeveer halverwege het Vollenhoverkanaal besluiten we terug te keren naar Blokzijl in verband met een enorm dreigende wolkenpartij. Ter hoogte van de loswal van Blokzijl meren we af aan de beschoeiing en wachten het regen onder het tentzeil af. Na zo’n half uur hervatten we onze zeiltocht richting het Vollenhover Meer. Er staat weinig wind zodat het extra moeilijk is om op te kruisen. Op een gegeven moment gaat het mis met mijn boot. Hij drijft naar de basaltkeienoever en ik krijg hem niet meer door de (weinige) wind. Een gijp maken mislukt eveneens. Ook hiervoor staat te weinig wind. Ik ren naar voren om een harde confrontatie met de keien te voorkomen. Dit lukt deels. Met een hoop lawaai raakt de boot de keien. Ik hoop dat de schade beperkt blijft; er is gelukkig geen lekkage.

Vlak voor het Vollenhover Meer gaan we weer naar de kant. Inmiddels onweert en regent het. Dit zal zo’n uur duren. Voor derde keer deze dag heisen we de zeilen. Goed en wel op het Vollenhovermeer aangekomen, maak ik een grote rak naar bakboord. Dit blijft niet ongestraft. Met een behoorlijke vaart boor ik de kiel in de bagger. In dit ondiepe gedeelte naast de vaargeul raak ik aan de grond. Dat het meer zo ondiep was had ik niet verwacht en stond zeker niet op de waterkaart. Gelijktijdig neemt de wind toe in sterkte. Met de fokkeloet lukt het me niet om de boot vlot te duwen. Een motorjacht biedt zijn hulp aan maar zoals we ook zonder motor op reis wilden, bedank ik voor het aanbod en wil op eigen kracht loskomen. Paul gooit een landvast naar mijn boot en probeert vanaf zijn boot mij los te trekken. Ook deze poging mislukt. Ik blijf het proberen met de fokkeloet om de boot door de wind te draaien. Plotseling raak ik met de fokkeloet iets hards, een grote steen of iets dergelijks. Hiermee lukt het mij om de boot door de wind te draaien, de schoten aan te trekken en de boot uit de bagger te manouvreren. Gelukt! Vanaf nu in de vaargeul blijven.

De Vollenhoverbrug komt in zicht. Het is een brug op afstandbediening maar we besluiten om de zeilen en mast te strijken. We peddelen onder de brug door naar de haven van dit voormalig Zuiderzeestadje voor een kop koffie.

We overleggen: blijven liggen maar dan de volgende ochtend terug via Blokzijl of doorgaan om het “rondje” af te maken. Het is inmiddels 17.30 uur. We besluiten voor het laatste. Goed en wel de haven uit, zit Paul aan de grond. Ook hij moet een een strijd leveren om de boot door de wind te krijgen om uit de bagger verlost te worden. Dit lukt, uiteraard. We zeilen al kruisend richting Kadoelermeer. Bij de jachthaven bij De Voorst besluiten we door te gaan naar minimaal de Kadoelerbrug.

Het Kadoelermeer is een mooi langgerekt meer met natuurlijke oevers. Doordat de zuidelijke oever begroeit is met bomen is er weinig wind. Echter een zestienkwadraat heeft weinig wind nodig dus we glijden langzaam over het water. Ook hier is het zaak in de vaargeul te blijven, bewijst het opnieuw vastlopen van de 3932. Een harde zandbodem maakt dat het vlotduwen van de boot een kwestie van enkele minuten is.

  (Kadoelermeer)

Op een gegeven moment is het gedaan met de wind en gaan we over op de peddel. Eindelijk komt de Kadoelerbrug in zicht. Het is inmiddels 20.00 uur en de brug is gestremd. We strijken de mast en zeilen en peddelen onder de brug door naar een steiger. We drinken een biertje en besluiten om het Zwarte Meer over te peddelen. We weten dan dat we in het donker onze bestemming voor vandaag, de Vluchthaven bij Genemuiden, zullen bereiken.

Het Zwarte Meer is prachtig bij de invallende schemer. Het Vogeleiland doet zijn naam recht aan met de hoeveelheid aan vogelgeluiden. Het is windstil. In de verte gaat nog een groot vrachtschip maar voor de rest is het meer verlaten. De duister valt in en de vaargeullichten gaan aan.

 (Zwarte Meer by night)

Dit biedt ons een houvast op het steeds donker wordende grote water. We moeten haaks boven om het Vogeleiland heen. Benedenlangs is verboden in verband met beschermd natuurgebied en ondiep water. Op de splitsing van het Zwolse Diep en Ramsdiep koersen we richting Genemuiden. In de verte zien we het weerlichten, er komt ook iets meer wind. Het blijft droog; sterker nog boven ons zien we een prachtige sterrenhemel. Vanuit de richting Genemuiden zien we de verlichting van een groot containerschip naderen en we gaan naast de vaargeul. Wij zijn immers onverlicht. Het schip passert ons aan stuurboordzijde. We peddelen verder en komen uiteindelijk om 23.00 uur aan in de Vluchthaven De Ketting. We meren de boten af, maken ze nachtklaar en drinken een biertje bij een broodje warme knakworst. Het einde van een bijzondere en afwisselende dag.

De volgende ochtend sta ik om 7.30 uur op om de Vluchthaven te bekijken. Ik loop wat rond en maak enkele foto’s. Het is een mooi haventje. Vroeger lag hier een ketting over het water. Schippers dienden tol te betalen. Het tolhuisje, tevens vuurtorenwachter staat nog dicht bij de haven. Er liggen zo’n 6 jachten in de haven. Telkens als er een groot schip voorbij vaart, zakt het water in de haven zo’n 15 cm.

 

 

(Vluchthaven De Ketting) 

Na het ontbijt verlaten we de haven en zeilen we richting Zwartsluis. Het is rustig op het Zwarte Water. Probleemloos passeren we de drukke veerpont van Genemuiden. Een tuigsteiger ontbreekt bij de keersluis Aremberg zodat we met de kop in de wind op open water de zeilen en mast moeten strijken. In de kleine Arembergersluis worden we zo’n 90 cm naar beneden geschut.

   (Arembergersluis)

Langzaam zeilend varen we Zwartsluis uit. We maken nog een klein uitstapje naar een mooi meertje parallel aan de Arembergergracht. Voor Belt-Schutsloot gaan we de Oostelijke Wetering (smal vaarwater) in en zeilen we door een prachtig natuurgebied richting Belt-Schutsloot.

        

(Oostelijke Wetering)

De bedoeling was om via het Schutsloterwijde te gaan maar namen een afslag te vroeg. In het dorp aangekomen gaan we aan land voor een biertje met uitsmijter.

Na deze welkome onderbreking peddelen we door de Schutsloot naar het Belterwiede. De zeilen gaan weer omhoog en via een stukje Arembergergracht zeilen we naar Ronduite. Daar proberen we nog het Boswiede op te gaan maar dat blijkt te ondiep te zijn. Voor de wind gaan we richting brug Zijtak om hier voor de laatste keer de mast en zeilen te strijken, brug passeren en weer optuigen. Na een half uur meren we om 18.00 uur af in de thuishaven bij Paviljoen Aan’t Wiede.